Filmcritici en filmmakers. Ze staan ieder aan een andere kant van de dansvloer tijdens hetzelfde bal. And never the twain shall meet. Tenzij een film juichend wordt besproken. Kracht bijgezet door sterren, kometen en andere glanzende hemellichamen. Dan is de filmcriticus ieders beste vriend.
De enige keer dat de wegen van filmmaker Ate de Jong en mij elkaar hebben gekruist, was tijdens het Filmfestival Rotterdam afgelopen februari. Ik liep met de FILMRANT te leuren (een dagelijks filmpamflet in de exclusieve oplage van 49, waarover zo meer) en stak net een gloedvol verkooppraatje af tegen een andere filmregisseur in de hoop hem over te halen er voor een euro eentje aan te schaffen, toen De Jong in zijn zak greep en mij een euro overhandigde. Ik was ongeveer halverwege het betoog dat niet alles in het leven om de macht van het getal draait en vond het, zeker met terugwerkende kracht, nogal een fideel gebaar van iemand die in de filmwereld bekend staat als een cijfertovenaar die allerlei wiskundige formules heeft uitgevonden om te berekenen hoeveel procent kans van slagen een filmplan heeft. Dat het De Jong was realiseerde ik me namelijk pas toen iemand hem met een luidkeels ‘Ate’ begroette. Waarschijnlijk kende hij mij ook niet, en bedenkt hij nu pas, bij lezen, dat ik dat was. Zo klein(zielig) is de Nederlandse filmwereld dus ook weer niet.
Lees meer...